Interessant: Onderzoek naar taalverwerking
Afgelopen week heb ik meegedaan aan een onderzoek naar taalverwerking van een groot UMC in het zuiden des lands.
Dit onderzoek is bedoeld om te zien hoe in de hersenen de verwerking van gesproken taal plaatsvindt bij mensen met een bepaalde vorm van autisme (een vorm waarbij er sprake is van meer dan gemiddelde verstandelijke vermogens, zoals bijvoorbeeld ADHD, mensen die dus over het algemeen redelijk normaal kunnen functioneren), in vergelijking met de verwerking bij "gewone" mensen.
Mensen met die afwijking hebben namelijk vaak de neiging om taal heel letterlijk te nemen: ze snappen woordspelingen eigenlijk niet, en weten daar dus ook niet mee om te gaan. De onderzoekers willen nu proberen te achterhalen of je die verminderde omgang met taal ook in de hersenen van die mensen kunt terugzien. Vandaar dus ook dat een controlegroep van mensen zonder die afwijking wordt onderzocht (daar kunnen ze dus zien hoe het "normaal gesproken" gaat) en een groep mensen met die afwijking, en dan wordt het zeg maar een soort van 'Zoek de tien verschillen'.
Wat gebeurde er nou die dag.
Eerst werd na de ontvangst mijn hoofd in totaal bijna een uur lang 'gemagnetrond' in een MRI-scanner, waarbij via een koptelefoon allerlei zinnen werden voorgelezen. Dit voorlezen gebeurde door mensen met verschillende accenten en van verschillende leeftijden. Ik herinner me Utrechts, Haags, bekakt, Limburgs, een klein meisje van ik denk een jaar of 3, een kind van een jaar of 10, en nog zo wat types.
Ook werden er zinnen gelezen waar fouten in zaten.
Bijvoorbeeld echte fouten als "De zee is droog en zout", wat natuurlijk nat moet zijn, maar ook zinnen die achterstevoren werden uitgesproken en waar dus geen touw aan vast te knopen was. Het grappigste waren de zinnen die niet helemaal klopten met de persoon die het uitsprak, bijvoorbeeld een stoere mannenstem die roept "Ik draag als ik uitga graag een jurk met glitters" (wat natuurlijk best kán hoor, maar niet direct logisch is), of het kleine kind dat vertelt "Ik drink graag een lekker glas bier". Ook dat kán natuurlijk, maar logisch is het niet.
En al die verschillende soorten zinnen, met en zonder fouten, en door alle verschillende mensen voorgelezen, kwamen dus door elkaar heen. Je wist dus niet van te voren of iets een goede, foute of onzin-zin zou worden.
En ondertussen werd er dus de hele tijd gemeten welke delen van mijn hersenen bezig waren met het waarnemen en verwerken van de gelezen teksten.
Een moderne en volkomen Balkenendiaans verantwoorde manier dus om betaald te worden om op je rug te gaan liggen.
's Middags werd er in een gewone kamer, dus zonder MRI, nog een aantal taaltesten afgenomen. Een deel hiervan was gericht op het logisch redeneren ("Als het regent, wordt de auto nat. Als de auto buiten staat, wordt hij nat. De auto wordt nat. Regent het?" en dan moet je Ja, Nee of Misschien antwoorden. Deze lijkt logisch, maar als je het iets anders maakt, bijvoorbeeld "Als het regent, wordt de auto nat. Als de auto buiten staat, wordt hij nat. Het regent. Wordt de auto nat?" wordt het al lastiger, want het moet natuurlijk regenen wil de auto nat worden, maar hij moet óók buiten staan, en dat staat er niet bij. Dus dat wordt qua antwoord dus een Misschien. En zo zijn er nog vele varianten te bedenken met oorzaken, gevolgen en mogelijkheden.).
Een ander deel richtte zich op verstaanbaarheid. Dan krijg je een bandje te horen met woorden erop en moet je aangeven wat je nou precies hoort. Nou lijkt het verscil tussen Bus en Mus heel duidelijk, maar als je Kan en Kam hebt, of Paard en Baard, en iemand spreekt dat niet helemaal duidelijk uit, is het nog maar de vraag of je daadwerkelijk hoort wat de ander meent uit te hebben gesproken. Iemand anders kan het net weer anders horen: waar ik Paard hoor, kan mijn buurman wel Baard verstaan. Dus ook dat is heel interessant.
In ieder geval, het was een leuke dag, ik heb mijn bijdrage aan de medische wetenschap weer geleverd, en ik ben benieuwd wat er uit gaat komen. Zowel uit het hele onderzoek als uit mijn persoonlijke resultaten.
Helaas duurt het nog wel een half jaar voordat er resultaten kunnen worden teruggekoppeld: het interpreteren van MRI-gegevens in dergelijke onderzoeken schijnt een erg moeilijk proces te zijn. Maar ik word in ieder geval geïnformeerd tegen die tijd.
Maar het belangrijkste punt is dat ik nu in ieder geval fotografisch bewijs heb dat er inderdaad hersenen in die schedel van mij zitten. Ik heb ze met eigen ogen gezien, en zelfs een printje meegekregen. Dus mocht je nog twijfelen, dan kun je de foto's komen bekijken :-)
Dit onderzoek is bedoeld om te zien hoe in de hersenen de verwerking van gesproken taal plaatsvindt bij mensen met een bepaalde vorm van autisme (een vorm waarbij er sprake is van meer dan gemiddelde verstandelijke vermogens, zoals bijvoorbeeld ADHD, mensen die dus over het algemeen redelijk normaal kunnen functioneren), in vergelijking met de verwerking bij "gewone" mensen.
Mensen met die afwijking hebben namelijk vaak de neiging om taal heel letterlijk te nemen: ze snappen woordspelingen eigenlijk niet, en weten daar dus ook niet mee om te gaan. De onderzoekers willen nu proberen te achterhalen of je die verminderde omgang met taal ook in de hersenen van die mensen kunt terugzien. Vandaar dus ook dat een controlegroep van mensen zonder die afwijking wordt onderzocht (daar kunnen ze dus zien hoe het "normaal gesproken" gaat) en een groep mensen met die afwijking, en dan wordt het zeg maar een soort van 'Zoek de tien verschillen'.
Wat gebeurde er nou die dag.
Eerst werd na de ontvangst mijn hoofd in totaal bijna een uur lang 'gemagnetrond' in een MRI-scanner, waarbij via een koptelefoon allerlei zinnen werden voorgelezen. Dit voorlezen gebeurde door mensen met verschillende accenten en van verschillende leeftijden. Ik herinner me Utrechts, Haags, bekakt, Limburgs, een klein meisje van ik denk een jaar of 3, een kind van een jaar of 10, en nog zo wat types.
Ook werden er zinnen gelezen waar fouten in zaten.
Bijvoorbeeld echte fouten als "De zee is droog en zout", wat natuurlijk nat moet zijn, maar ook zinnen die achterstevoren werden uitgesproken en waar dus geen touw aan vast te knopen was. Het grappigste waren de zinnen die niet helemaal klopten met de persoon die het uitsprak, bijvoorbeeld een stoere mannenstem die roept "Ik draag als ik uitga graag een jurk met glitters" (wat natuurlijk best kán hoor, maar niet direct logisch is), of het kleine kind dat vertelt "Ik drink graag een lekker glas bier". Ook dat kán natuurlijk, maar logisch is het niet.
En al die verschillende soorten zinnen, met en zonder fouten, en door alle verschillende mensen voorgelezen, kwamen dus door elkaar heen. Je wist dus niet van te voren of iets een goede, foute of onzin-zin zou worden.
En ondertussen werd er dus de hele tijd gemeten welke delen van mijn hersenen bezig waren met het waarnemen en verwerken van de gelezen teksten.
Een moderne en volkomen Balkenendiaans verantwoorde manier dus om betaald te worden om op je rug te gaan liggen.
's Middags werd er in een gewone kamer, dus zonder MRI, nog een aantal taaltesten afgenomen. Een deel hiervan was gericht op het logisch redeneren ("Als het regent, wordt de auto nat. Als de auto buiten staat, wordt hij nat. De auto wordt nat. Regent het?" en dan moet je Ja, Nee of Misschien antwoorden. Deze lijkt logisch, maar als je het iets anders maakt, bijvoorbeeld "Als het regent, wordt de auto nat. Als de auto buiten staat, wordt hij nat. Het regent. Wordt de auto nat?" wordt het al lastiger, want het moet natuurlijk regenen wil de auto nat worden, maar hij moet óók buiten staan, en dat staat er niet bij. Dus dat wordt qua antwoord dus een Misschien. En zo zijn er nog vele varianten te bedenken met oorzaken, gevolgen en mogelijkheden.).
Een ander deel richtte zich op verstaanbaarheid. Dan krijg je een bandje te horen met woorden erop en moet je aangeven wat je nou precies hoort. Nou lijkt het verscil tussen Bus en Mus heel duidelijk, maar als je Kan en Kam hebt, of Paard en Baard, en iemand spreekt dat niet helemaal duidelijk uit, is het nog maar de vraag of je daadwerkelijk hoort wat de ander meent uit te hebben gesproken. Iemand anders kan het net weer anders horen: waar ik Paard hoor, kan mijn buurman wel Baard verstaan. Dus ook dat is heel interessant.
In ieder geval, het was een leuke dag, ik heb mijn bijdrage aan de medische wetenschap weer geleverd, en ik ben benieuwd wat er uit gaat komen. Zowel uit het hele onderzoek als uit mijn persoonlijke resultaten.
Helaas duurt het nog wel een half jaar voordat er resultaten kunnen worden teruggekoppeld: het interpreteren van MRI-gegevens in dergelijke onderzoeken schijnt een erg moeilijk proces te zijn. Maar ik word in ieder geval geïnformeerd tegen die tijd.
Maar het belangrijkste punt is dat ik nu in ieder geval fotografisch bewijs heb dat er inderdaad hersenen in die schedel van mij zitten. Ik heb ze met eigen ogen gezien, en zelfs een printje meegekregen. Dus mocht je nog twijfelen, dan kun je de foto's komen bekijken :-)
<< Home