30 april 2006

Film: Walk the line

Een verfilming van een deel van het leven van "ouwe rocker" Johnny Cash.
Ik hoor de jongere lezertjes nu denken: van WIE??? Tja, wie was Johnny Cash... Een tijdgenoot van Elvis Presley (en wie die niet kent, mag nu gelijk wegwezen, want die heeft óf zijn hele leven op de maan gezeten, óf de cultuurkennis van een doperwt), Jerry Lee Lewis en nog meer van die gasten.

De film begint op het moment dat Cash op het punt staat een optreden te gaan doen in een zwaarbewaakte gevangenis. Als hij daar in de "kleedkamer" (eigenlijk: de houtbewerkingsafdeling) een zaagmachine ziet staan, stappen we terug naar zijn vroege jeugd, waar hij op een zeer tragische manier zijn broer verloor (inderdaad, een ongeval met een zaagmachine). Helaas verwerkte zijn vader dat verdriet door er op te blijven hameren dat de omgekomen broer toch eigenlijk een veel beter mens was (hij wilde nl predikant worden) dan Johnny, die alleen maar interesse lijkt te hebben voor muziek. Kortom, vader en zoon drijven ernstig uit elkaar, en helemaal goed komt het eigenlijk nooit meer.

Johnny gaat in dienst, wordt uitgezonden naar Duitsland (droog commentaar van pa "Lekker makkelijk, de oorlog is in Korea hoor"), trouwt na terugkomst in Amerika met zijn jeugdliefde, en verhuist naar Memphis, waar hij een baantje krijgt als deur-tot-deur verkoper.
Uiteindelijk komt hij toch in de muziek terecht, krijgt een heftige carrière, met vrouwen, drank, drugs en alles wat er voor de rest nog bij de stereotypen over rock 'n roll-sterren hoort, en moet heel wat persoonlijke en muzikale hindernissen overwinnen.
Uiteindelijk eindigt de film dan weer bij dat optreden in die gevangenis. Cirkeltje weer rond.

De rol van Johnny Cash wordt gespeeld door Joaquin Phoenix (die natuurlijk precies weet hoe het is om een broer te verliezen, al was hij toen niet zo jong meer als Johnny Cash toen die zijn broer verloor).
De vrouwelijke hoofdrol (niet die van de echtgenote, maar die van mede-muzikante June Carter) wordt gespeeld door Reese Witherspoon (vooral bekend van de Legally Blonde-films, maar gelukkig heeft ze heel wat meer in haar mars).
Bijzonder aan deze film is dat de hoofdrolspelers alle zangpartijen (en er wórdt nogal wat gezongen) zelf hebben ingezongen.

Qua sfeertekening en karakters zit de film erg goed in elkaar. Ook de wisselwerking tussen de karakters is goed. Ik vond alleen wel dat de stem (en het uiterlijk) van Phoenix niet helemaal goed lijken op die van Cash, maar daar wen je wel aan.
Jammer is wel dat de film eigenlijk stopt voordat de grote hits langskomen. Misschien was er over de tweede helft van zijn leven niet zo heel veel interessants te melden, maar voor degenen die denken allerlei hits te kunnen herkennen, zal de film toch wat tegenvallen. De twee nummers waarvan je nog kunt zeggen dat ze een hit zijn geweest, zijn "I'm going to Jackson" en "Ring of fire", maar die laatste komt dus eigenlijk pas helemaal aan het eind. "Ring of fire" is trouwens geschreven door June, dat wist ik ook niet, ik dacht dat het een nummer van hemzelf was.

Wel heel grappig is dat de groep waarmee Cash en Carter toerden, met daarin onder andere Elvis, Jerry Lee Lewis en nog wat meer wisselende relatief grote namen, vrij lang wordt gevolgd. Je ziet dus ook hoe die jongens opgroeien van kleine, beginnende artiesten tot echte sterren. De geintjes die ze uithalen. De dingen die ze uitproberen. Dat ze elkaars publiek (met name de meisjes natuurlijk) proberen "af te pikken". Maar uiteindelijk ook hoe die aan elkaar opgedrongen groep mannen elkaar op sommige punten volledig naar de afgrond helpt. Daar sta je normaal gesproken nooit zo bij stil, maar het is wel een voorbode voor een hoop latere tragedies (Elvis' verslaving aan pillen komt bijvoorbeeld ook al uit die tijd).

Een intrigerende, goed gezongen en mooi geacteerde film.