26 januari 2005

Nieuw-Zeeland: vakantieverslag deel 4

Bij deze dan het laatste deel van het vakantieverslag.
Niet dat er veel te verslaan valt...
Eigenlijk is dit de grote tijd van nietsdoen!
Een gekostumeerd feestje is het meest spectaculaire wat er de afgelopen tijd is gebeurd.
Verder is het vooral rustig aan doen, proberen het alarmsysteem van het huis waarop we passen onder de knie te krijgen (wat een rotdingen zijn dan zeg, die alarmsystemen), en nog meer rustig aan doen. O ja en nog allerlei cadeautjes voor vrienden en familieleden kopen. Maar dan houdt het ook wel op.
Dus daarom wordt dit een heel kort verslag.
Als er verder niks spectaculairs meer gebeurt, is dit waarschijnlijk het laatste verslag.
Maar het voordeel daarvan is dat je binnenkort weer ouderwetse recensies, meningen, recepten en dat soort dingen kunt lezen.
Dus ook hier geldt: elk nadeel (mijn vakantie is binnenkort voorbij) heeft zijn voordeel (weer lekker mijn mening spuien)
Hou het in de gaten!

22 januari 2005

Nieuw-Zeeland: Kiwi-eigenaardigheden 3: auto's en verkeer

Afgezien van het feit dat ze hier aan de verkeerde kant van de weg rijden (maar goed, dat denken ze natuurlijk ook van ons), is het hele verkeersgebeuren hier redelijk apart geregeld.
Uiteraard zit het stuur aan de rechter kant, maar je pedalen zitten wel in dezelfde volgorde als in Nederland, dus gas = rechts en koppelen = links. En ook het schakelen (hoewel je dat dus met de verkeerde hand moet doen aangezien de pook natuurlijk gewoon in het midden blijft zitten) gaat ook op dezelfde manier als in Nederland, dus de 1 zit links en de hoogste versnelling zit rechts. Maar de bediening van de ruitenwisser en richtingaanwijzer zit wél weer verkeerd om. Dus als je richting wil aangeven moet je het rechter hendeltje gebruiken en als je de ruitenwisser aan wilt zetten (wat hier overigens gelukkig vrij weinig nodig is) doe je met links. Hoewel je natuurlijk altijd zal zien dat nét als je daar aan gewend bent en niet meer de ruitenwisser aan zet als je de hoek om wilt, je een auto tegenkomt waar het wél weer “aan de goede kant” zit, dus richting aangeven met het linkse hendeltje, en je dus evengoed weer met wapperende ruitenwissers de hoek om sneurt. Om je scherp te houden denk ik. Anders snap ik het ook niet.
Overigens: links rijden houdt natuurlijk ook in dat je links om een rotonde heen moet. Zeker de eerste keren een hele aparte ervaring.

Maar waar je wel aan moet wennen (in de zin van dat het anders is dan dat je verwacht als je je instelt op het feit dat alles andersom is), is dat je hier wel gewoon voorrang moet blijven geven aan rechts.
Bovendien staat bij vrijwel iedere kruising aangegeven wie er voorrang moet geven: wij hebben onze haaientanden, hier hebben ze grote letters op de weg waar staat “GIVE WAY”, oftewel: verleen voorrang. Nou als je dát over het hoofd ziet, dan ben je wel zodanig blind dat je überhaupt eigenlijk de weg niet op zou moeten mogen.

De auto’s hier zijn weer een heel ander verhaal. Je ziet hier eigenlijk vrij zelden écht nieuwe auto’s. Bijna iedereen koopt zijn auto tweedehands. Dat komt omdat NZ bijzonder veel auto’s uit Japan importeert. Daar heb je een enorm lease-circuit, en zoals de lease-rijders onder de lezers waarschijnlijk wel zullen herkennen, is een lease-auto toch na een jaar of 2, 3 wel aan vervanging toe. In Japan zelf is er nauwelijks markt voor deze afgeschreven auto’s, en daar spelen de NZ-ers handig op in door deze auto’s voor bodemprijzen naar NZ te verschepen en hier tegen bizar lage prijzen te verkopen. Waardoor het gemakkelijk voor kan komen dat een enigszins normaal verdienende NZ-er rondrijdt in een 3 jaar oude met notenhout en leer beklede (voormalige) directie-auto. Ach, aangezien de benzine hier toch meer dan de helft goedkoper is dan bij ons…
De andere helft van NZ, de minder goed verdienende, is echter aangewezen op (grof gezegd) barrels. Vroeger hadden we op TV ooit in een of ander consumentenprogramma (“Kieskeurig” of iets dergelijks?) het onderdeel “Wrak van de weg”. Nou, dat moet je hier dus niet doen… Dan blijf je bezig!
Vreemd genoeg moet je je auto hier wel iedere 6 maanden (jawel) laten keuren, voor een zogenoemde “Warrent of Fitness” (WoF). Een WoF-keuring zou moeten bepalen of je auto “roadworthy” is, wat neerkomt (volgens de omschrijving van de NZ-ers) op veilig voor jezelf en voor anderen. Maar wat ze daar dan precies onder verstaan is mij niet duidelijk.
Ik heb met eigen ogen geconstateerd dat er onder een auto banden zaten die zo versleten waren dat de metalen gevlochten versterkingslaag door het rubber heen kwam. (N.B. In deze auto hebben we zelf nog rondgereden trouwens, aangezien hij aan een van de gastfamilieleden toebehoorde. Nadat we constateerden dat hij bij ongeveer 50 km/u toch wel heel raar begon te bibberen, hebben we eens even rondgekeken, de banden opgemerkt, en zijn vervolgens heel rustig aan verder gereden; waarna we de eigenaresse vriendelijk hebben bedankt voor het mogen lenen van de auto, en of ze wellicht een keer naar haar banden wilde kijken want dat wij het vermoeden hadden dat dat toch niet helemaal standaard was. Twee dagen later hoorden we dat ze het aan haar vader had gevraagd, en die had ter plekke geroepen dat de enige meters die deze auto nog in deze staat zou afleggen naar het banden-station zouden zijn, en vervolgens zijn er spontaan wat nieuwe banden onder de auto verschenen. Maar als wij dus niks gezegd hadden had ze er zelf vrolijk mee rond gereden: "Heuh, wat bedoel je de auto doet raar... Niks van gemerkt... Oh, dat bibberen, dat hoort niet zo? Goh...").
Daarnaast kun je regelmatig auto’s zien rijden die dermate verroest zijn dat de Flintstones de auto graag zouden willen hebben, en zo zijn er nog veel meer dingen waardoor je je gaat afvragen wat hier in vredesnaam de definitie van “veilig” is.
Maar goed, het openbaar vervoer is hier (met uitzondering van het stadscentrum) niet echt goed geregeld, dus je bent al snel aangewezen op een auto.

Nog een klein stukje over de verzekeringen; dat is namelijk ook nét weer anders dan bij ons.
De verzekering voor een auto bestaat hier uit 3 delen. Het eerste deel is een soort van “WA-Letsel” verzekering. Dat heet hier Accident Compensation, is een overheidsonderdeel, en vergoedt alle letselschade die een NZ-er (of benadeelde bezoeker) lijdt als gevolg van een ongeval, of dat nou in het verkeer is of thuis, en ongeacht schuldvraag (dus het lijkt wat op de Nederlandse Ongevallenverzekeringen). Dit wordt door alle NZ-ers gezamenlijk betaald via de loonbelasting, of je nou wel of geen auto hebt.
Het tweede deel is zeg maar een WA-Casco dekking, waarmee ik bedoel een dekking voor de cascoschade die je aan anderen toebrengt. Daarvoor kun je je als eigenaar van een voertuig verzekeren. Is op zich wel erg handig, aangezien zoals gezegd er nogal wat redelijk nieuwe auto’s rondrijden, en dat behoorlijk in de papieren kan lopen als je zo iemand aanrijdt. Want diegene heeft (als je niet verzekerd bent) een rechtstreeks vorderingsrecht op jou. En dan ben je dus niet blij…
Het laatste deel is zeg maar het “Eigen casco” deel, voor schade aan je eigen auto. Hier zijn diverse soorten en maten in, variërend van alleen diefstal (met een zelfgekozen verzekerd bedrag) tot uitgebreide cascodekking tegen nieuwwaarde.

Zo, dat waren weer wat eigenaardigheden. Tot de volgende keer maar weer!

17 januari 2005

Nieuw-Zeeland: Kiwi-eigenaardigheden 2: barbecue

Uiteraard kennen wij Hollanders het fenomeen barbecue. Maar als je hier in NZ voor het eerst op een barbecue-feestje komt, dan is dat toch wat anders dan wat wij gewend zijn…
Ten eerste dus al het eerder besproken fenomeen dat iedereen zijn eigen spullen meeneemt. In ieder geval aan drinken, maar vaak ook aan eten. Al is het maar een salade.
Maar daarna komt de grote verrassing, want dan toont de eigenaar je vol trots zijn apparaat: de BARBECUE. Uitgesproken met hoofdletters, en meestal vergezeld van een trotse soort van oer-grom. (Opvallend puntje: hoewel de rolverdeling met betrekking tot het bereiden van de maaltijd over het algemeen vrij conservatief is (oftewel: zij doet alles), is de BBQ altijd van hém, nooit van háár.)

En daar sta je dan met je Nederlandse voorstelling van een barbecue, je weet wel, zo’n kolengestookt handzaam ding. Maar wat je voor je ziet heeft al snel meer kookcapaciteit en omvang dan het gemiddelde Nederlandse fornuis. Je hebt een bakplaat van een formaat ter grootte van je hele Nederlandse fornuisoppervlakte, soms een braadslee waar een forse Nederlandse oven zich niet voor zou schamen, en o ja, ook nog een rooster (zoals wij dat thuis op onze eigen kolenBBQ's hebben), maar dat wordt vrijwel nooit gebruikt.
En uiteraard alles gasgestookt…
Een gemiddeld restaurant zou er aardig zijn gasten mee kunnen voeden.
Maar gek genoeg zet de gemiddelde Kiwi het ding ook net zo makkelijk aan voor het dagelijkse stukje vlees (waar “zij” dan natuurlijk binnen braaf de in de oven gebakken aardappelen en een salade bij te voorschijn heeft getoverd).

Grappig punt is nog dat er met betrekking tot de properheid van de BBQ twee stromingen zijn: stroming 1 die vindt dat een BBQ, wat toch immers een plaats is waar voedsel wordt bereid, schoon dient te zijn, en wiens BBQ dus ook direct na ieder gebruik grondig gereinigd wordt, en stroming 2, die vindt dat een BBQ geen echte Kiwi-BBQ is als er niet van minstens drie jaar etens- en vetresten op te vinden zijn. (Of een eigenaar tot stroming 1 of stroming 2 behoort, heeft voor zover ik heb kunnen nagaan overigens een zeer direct causaal verband met de aan- respectievelijk afwezigheid van een vrouw in het betreffende huishouden.)
Uiteraard voelen de vertegenwoordigers van de verschillende stromingen zich nooit te min voor het maken van diverse grappen over de BBQ’s van de andere stroming: zo zul je de vertegenwoordigers van stroming 2 op een feestje van stroming 1 vaak grappen horen maken over de afwezigheid van smaak en het missen van bepaalde aroma’s, en zijn vertegenwoordigers van stroming 1 bij maaltijden die zijn bereid op een BBQ van stroming 2 erg goed in het vertellen van de meest onsmakelijke verhalen over al dan niet persoonlijk ondergane voedselvergiftigingen.

Maar ach, of je nou bij een schone of een minder schone BBQ zit, uiteindelijk gaat het om de gezelligheid en daar zijn de Kiwi’s, ongeacht BBQ-hygiëne-stroming, nog steeds kampioenen in!

13 januari 2005

Nieuw-Zeeland: vakantieverslag deel 3

Dit keer drie verhaaltjes over wat lokale flora en fauna: eerst een bezoek aan een kolonie Jan-van-Genten, dan stukje over een hele mooie lokale boom, de pohutekawa, en tot slot een verhaaltje over het achtervolgen van een paar pukeko's.

We zijn gaan kijken bij een kolonie "gannets" zoals ze in het Nieuw-Zeelands heten; in Nederland zouden we zeggen Jan-van-Genten.
Heel leuk om eens te zien, want er waren er echt superveel, en in allerlei leeftijdscategorieën. De jonkies zijn grijs-bruin, de volwassenen zijn wit.
Verbijsterend om te weten is dat de jongen van deze vogels als ze krap 15 weken oud zijn allemaal naar Australië vliegen (en dat is dus een kilometertje of tweeduizend), zonder begeleiding van de volwassenen. Die blijven lekker achter. Als die jonge vogels dan een paar jaar in Australië hebben rondgehangen, gaan ze weer terug naar de plek waar ze geboren zijn, en dan gaan ze voortplanten en gaan ze verder niet meer weg. Dus als ze eenmaal weer terug zijn, blijven ze ook hier.
Maar waarom ze nou precies naar Australië gaan (oftewel: wat zoeken ze daar wat ze in NZ niet kunnen vinden?) weet geloof ik niemand.
De kolonie die we gezien hebben ligt vlak bij een plaatsje dat Muriwai heet, en waar naast een mooi strand verder bijzonder weinig te beleven is, behalve deze kolonie dus. Daar hebben ze speciaal een reservaat voor gemaakt. Er hangt bij die kolonie overigens een zeer doordringende vogeluitwerpselenlucht (vergelijk: pinguinrots in Artis, of zo), maar goed, dat hoort erbij.
De lokale natuurbeheerders hebben ook keurige borden neergezet met informatie over de vogels en hun levenscyclus en noem maar op. En uiteraard mooie looppaden aangelegd naar goede observatiepunten. Alles zoals we inmiddels van de NZ-ers gewend zijn, keurig verzorgd, prima onderhouden.
Kortom: het is erg aan te raden om de kolonie te gaan bekijken als je in de buurt bent. Vooral in december, januari, eerste helft februari, want dan zijn er ouderen en jonkies. Na half februari zijn de jonkies vertrokken naar Australië, en kun je dus alleen nog maar volwassen vogels zien. Misschien ook wel aardig, maar een stuk minder interessant dan als er ook jonkies zijn!

De pohutekawa-boom is bekend om zijn bloemen (of heet dat bij een boom altijd bloesem? Geen idee eigenlijk). De pohutekawa wordt ook wel Christmas-tree genoemd, omdat 'ie altijd rond de Kerst bloeit.
De naaldvormige rode "bloemblaadjes" (bij gebrek aan een beter woord) vallen na de bloei, ergens begin januari meestal, massaal uit. Dit leidt er toe dat de grond en straten onder deze bomen dan letterlijk bezaaid zijn met rood spul. Van een afstandje lijkt het dan net alsof er allerlei vuurwerk is afgestoken, want wat je in Nederland op 1 januari altijd aan vuurwerkrestanten op straat ziet, heeft vrijwel dezelfde kleur. Maar hier zijn het dus de restanten van de bloemen van de Pohutekawa's.
Het is een heel mooi gezicht om een rij van die bomen te zien als ze in volle bloei staan. Ze zijn dan namelijk echt compleet vuurrood, want ze zitten volledig vol met deze bloemen, dus je ziet nauwelijks meer het groen van de bladeren - zeker van een afstandje. En de bomen worden flink groot, dus het is best een indrukwekkend gezicht. En een week of wat later zijn ze weer gewoon groen... Verbazingwekkend toch, die natuur.

Tenslotte nog de pukeko. Dat is een lokale vogel, die vooral in moerassige gebieden woont. Nadeel daarvan blijkt al snel als je probeert een foto van het beestje te maken: je mag lekker gaan baggeren.
We waren bij een strand, en daar was een klein stukje drassig gebied. En ineens zag ik daar een tweetal pukeko’s rondscharrelen. In eerste instantie zag ik ze lopen toen we aan kwamen rijden in de auto, sterker nog, die suffe beesten wilden niet eens aan de kant. Ze liepen toen dus op de weg en op het parkeerterrein. Dus ik (terwijl de rest van het gezelschap het strand op slenterde) in tijgersluipgang achter die vogels aan. Maar verdraaid als het niet waar is, zodra ze een lopend mens aan zien komen, zelfs al doet deze nog zo voorzichtig, nemen de beesten de poten, zó het moerassige deel in. Maar ja, ik laat me niet zo snel kennen, dus ik op mijn sandalen het slootje over. Tot groot vermaak van de lokale reigers trouwens, die het van een veilig afstandje allemaal stonden aan te kijken.
Maar die pukeko’s blijken dus echt een soort zesde zintuig voor mensen te hebben. Ze bleven gewoon wegrennen! Ik heb achter rietpluimen en struiken gestaan, achter heuveltjes gelegen, maar ze hadden het iedere keer door. En ik was nog redelijk neutraal gekleed ook, dus niet in felle opvallende kleuren of zo. Uiteindelijk was ik het, na zo ongeveer tot mijn enkels in de drab te hebben gestaan, toch een beetje zat, en heb ik maar met maximale zoom van een behoorlijke afstand een aantal foto’s gemaakt. En dan ben je dus een half uur bezig geweest, voor een paar foto’s waar je zelfs met maximale zoom nauwelijks ziet wat er op staat. Zo van “Dat donkere vlekje daar, da’s dus een pukeko”. Maar goed, ik had ze in ieder geval op de foto.
Na vervolgens nog een kort kijkje richting het strand te hebben genomen (wat de anderen ondertussen al uitgebreid hadden gedaan, maar ja, ik was dus vogels aan het achtervolgen), reden we vervolgens weer weg.
Drie keer raden wat er toen op een meter van onze auto vandaan lekker in de berm zat… Juistem, de pukeko’s. En zolang je dus maar in de auto blijft zitten, vinden ze het helemaal niet erg om op de foto te gaan… Dus uiteindelijk had ik toch nog een geslaagde foto!

09 januari 2005

Nieuw-Zeeland: Kiwi-eigenaardigheden 1: op bezoek gaan

Voor ik begin: de term"kiwi" wordt niet alleen gebruikt voor de nachtelijk levende vogel waar ik het eerder over had, en ook niet alleen voor het stuk fruit (dat ze hier trouwens heel overzichtelijk weer "kiwifruit" noemen) maar is ook de naam die de Nieuw-Zeelanders aan zichzelf geven. Vandaar dus: kiwi-eigenaardigheden.

Tja wat is er nou eigenaardig aan 'op bezoek gaan' zou je denken... Nou dat valt nog best tegen.
Ten eerste kom je in NZ eigenlijk nooit zomaar onaangekondigd langs. Er wordt altijd wat afgesproken, al is het maar dat je even belt van "Hé, we zijn toevallig in de buurt, zullen we even langskomen? We rijden nu de straat in".
Ten tweede breng je ALTIJD je eigen drinken mee, zeker wanneer het om alcoholica gaat. Dus je hebt je flesje wijn, je biertjes of je fles sterke drank bij je.

Als je komt eten komt daar nog wat bij. "Eten" is in NZ meestal barbecue (een fenomeen waar ik in een andere "Kiwi eigenaardigheden" nog op terug ga komen), en dan is het gebruikelijk dat je je eigen vlees meeneemt, met een beetje extra voor degenen die ervoor kiezen om te zorgen voor een salade (dat is namelijk optie 2 qua mee te nemen eten).
Maar als je nou denkt, ik heb wel trek in een speciaal stukje vlees, bijvoorbeeld iets met een aparte marinade, en dat gaat dan op de bbq en dat eet ik dan straks lekker op... Niet dus.
Want alles gaat in 1 keer op de bbq, en als het klaar is komt alles op een hele grote schaal, en dan mag iedereen pakken wat ie zelf wil. Dus als je niet snel bent, is dat lekkere gemarineerde stukje vlees dus pleite.

Overigens ga ik geen enkel kwaad woord spreken over de gastvrijheid van de NZ-er, want je bent echt altijd welkom (mits dus even aangemeld). Sterker nog, vrienden van vrienden hadden twee jaar geleden een stuk land tegen de zijkant van een klif gekocht en zouden daar een huis gaan bouwen (tegen de zijkant van de klif dus!).
Een paar dagen geleden kwamen we die mensen tegen, en toen zei ik iets van "Goh hoe is het nou met jullie huis, is dat nog wat geworden?" Waarop men gelijk riep: "Oh, dan kom je het toch zondag even bezichtigen, doen we gelijk een barbecue!". Euh, ik wilde alleen maar weten hoe het gelukt is met het huis... Maar zo'n uitnodiging sla je natuurlijk niet af.

Kortom, je wordt echt zéér hartelijk ontvangen, ook als je mensen nauwelijks kent.
Hoera voor de Nieuw-Zeelandse gastvrijheid!

05 januari 2005

Nieuw-Zeeland: vakantieverslag deel 2

Weer een nieuw verslag vanuit Heel Ver Weg, ook wel bekend als Nieuw-Zeeland.
Dit keer met een goede internetverbinding, en niet -zoals het vorige deel- op een feestje. Dus geen verplichting om nog sociaal te moeten doen (de gastfamilie ligt TV te kijken).
Dus nog even vanaf het begin, maar dan ietsjes uitgebreider. Vorige keer was wel érg kort...

De vliegreis was goed, het eerste deel van de vlucht (tot aan Tokio) hadden we zelfs een eigen tv-schermpje in de rugleuning van de stoel voor ons, en daarop de hele tijd een stuk of 10 films (die doorlopend werden gespeeld) én de mogelijkheid om allerlei spelletjes te doen. Kortom, ik vermaakte me wel. Voor diegenen met kids: de film Dinosaur (van Disney) is een hele leuke om met de kids te kijken, en ook als ouder zit je je niet het ongans te vervelen.
Het tweede stuk was het een iets minder hip vliegtuig, met een gemeenschappelijke TV. Dus dat was even minder sjiek, maar goed, ook best te overleven.

Afijn, na 24 uur (ongeveer) reizen de aankomst. Door de douane (ik werd dit keer niet aangehouden met biologisch gevaarlijke schoenen zoals de vorige keer - voor diegenen die het verhaal niet kennen, graag een andere keer) en op naar de familie waar we de eerste paar dagen verbleven. Daar 's middags / begin vd avond een Kerst-etentje, en toen om een uur of 7 ben ik gaan slapen. Met hoofdletters zou ik haast zeggen.

De volgende paar dagen eigenlijk niet veel gedaan, merendeels gekeken of er veel veranderd was in Auckland (niet echt) en of al die leuke winkeltjes er nog zaten (yep!). De 31e zoals gemeld een Oud-en-Nieuw-feestje. En na anderhalve week vrijwel verstoken te zijn geweest van internet, is het een hele opluchting, dat ik nu op ons nieuwe logeeradres tenminste weer gewoon mijn mail kan checken :-))

Ondertussen heeft de TV hier uiteraard ook uitgebreid bericht over de ramp in Azie. Erg hoor. Gelukkig komen we daar niet in de buurt, en is het vanaf hier nog een behoorlijk eind uit de richting. Neemt niet weg dat het natuurlijk vreselijke dingen zijn. Er schijnt hier trouwens een behoorlijk grote Sri-Lankaanse gemeenschap te zijn, dus er staan veel mensen te collecteren op straat en etenswaren te verkopen in de hoop dat je het wisselgeld in de collectebus gooit. Persoonlijk doneer ik liever via (de Nieuw-Zeelandse variant van) giro 555 denk ik dan, maar goed, het is ongetwijfeld goed bedoeld.

Tja en verder, het is hier nog behoorlijk warm als het niet bewolkt is. En hoewel het mét wolken evengoed ruim 20 graden is, wordt het pas écht heet als de zon doorbreekt. Mijn neusje heeft dus ook al weer een fraaie kreeftenkleur: 5 minuten is écht gewoon al fataal. Ik smeer zoveel mogelijk factor 30, maar met een UV index die momenteel staat op"Extreme" kun je maar beter gewoon uit de zon blijven. Sterker nog, gewoon binnen blijven luidt het devies, want zelfs als het bewolkt is ga je hier al heerlijk doorbakken naar huis. Dus smeren smeren smeren... Anders wordt het bladderen. Afijn, ik hoop dat het nog een beetje richting bruin gaat kleuren, want anders ziet het er ook zo zielig uit als ik straks terug ben...

Ik kreeg de volgende vraag via a-mail: Wat is nou in vredesnaam een kiwihuis? Nou, omdat kiwi's nachtdieren zijn, en de meeste mensen dagdieren, loop je normaal gesproken tegen een conflict aan: op het moment dat de mensen denken "Laat ik eens kiwi's gaan kijken", liggen de kiwi's lekker te dromen. Dus om te zorgen dat kiwi's en mensen tegelijk wakker zijn (wat er dus toe leidt dat je als mens gewoon overdag de kiwi's kan bekijken) hebben ze in dat huis de klok 12 uur verschoven, zodat het binnen nacht is, en de kiwi's dus hun nesten uitkomen, terwijl de mensen gewoon lekker daar rond kunnen lopen op voor mensen normale tijdstippen. Ik vermoed wel dat als die kiwi's ooit ontsnappen ze gelijk een jetlag van jewelste hebben, want buiten is de tijd dus 12 uur anders dan wat ze gewend zijn. Raken de beesten meteen van slag... Zijn ze wel weer makkelijker te vangen natuurlijk.
O voor de duidelijkheid: we hebben het hier over de vogel kiwi, en niet over het stuk fruit. Ik denk ik zeg het maar even, voor ik daar weer vragen over krijg. Het zal niet de eerste keer zijn...

Tja en toen was het inmiddels al ruim na twaalven. Het heeft even geduurd voordat mijn compie aan het internet wilde... Maar uiteindelijk is het toch gelukt. Zoals je nu kunt lezen.

Maar goed, ik hoor mijn bedje zo ondertussen een beetje roepen... Dus ik brei er een eind aan. Trusten!